Stapels boeken

Stapels boeken

maandag 6 januari 2014


Leesverslag bij stromingsboek 1880-1940: “De stille kracht”, Louis Couperus

Algemene informatie

a.       Standaardtitelbeschrijving:

Auteur, titel: Louis Couperus, “De stille kracht”

Plaats van uitgave: Zutphen

Jaar van uitgave: 2004

Jaar van eerste uitgave: 1900

b.      Genre:

Psychologische roman

c.       Een korte samenvatting van het boek:

Het verhaal gaat over de resident van Laboewangi, genaamd Otto van Oudijck. Hij woont samen met zijn tweede vrouw Léonie en vier kinderen op het land. Hij is erg druk met zijn werk en kan het niet goed vinden met zijn regent. Hij merkt niet dat zijn aantrekkelijke vrouw Léonie hem bedriegt met vele mannen, waaronder ook haar stiefzoon Theo en de knappe Addy. Addy heeft ook een relatie met de dochter van Otto. Het eiland wordt geteisterd door iets wat de bewoners “de stille kracht” noemen. Het gaat hier om een kracht die ervoor kan zorgen dat de Nederlanders weggaan van het eiland. Als Otto op een dag een regent ontslaat, omdat deze zich onbeschoft gedroeg op een feest, vertellen de bewoners dat de stille kracht hem zal pakken. Eerst gelooft de familie hier niets van, maar als er vreemde dingen gebeuren in het huis, vlucht iedereen weg. Iedereen vertelt Otto dat dit komt door de regent, en als hij de regent dan een waarschuwing geeft stoppen de rare gebeurtenissen en komt iedereen toch weer terug naar het huis. Een tijdje later komt Otto achter het verraad van Léonie met Addy, maar om haarzelf te redden vertelt Léonie dat Addy alleen bij haar was om de hand te vragen van Doddy. Van Oudijck is hier tevreden mee en laat Doddy gaan. Dan lijkt alles weer goed te gaan, maar dan komt Otto er achter dat Léonie daadwerkelijk vreemdgaat. Ze scheiden en Léonie vertrekt naar Europa (samen met de twee jongste kinderen). Ook Theo gaat weg, omdat hij een baan heeft gekregen. Otto besluit te stoppen met werken en vertrekt. Dan zoekt Eva Eldersma hem nog een keer op. Zij is de vrouw van een van de belangrijkste medewerkers van Otto en nam vaak de taken van Léonie over, aangezien Léonie niet voldoende deed in haar rol als residentsvrouw. Otto blijkt nu ergens te wonen met een Javaanse vrouw. Na een tijdje te hebben gepraat nemen ze afscheid en dan zien de een man met een wit pak die Addy en Doddy al een keer had achtervolgd. De stille kracht, die ervoor had gezorgd dat Otto zijn macht verloor, is weer terug.

Specifieke opdracht: verwerkingsvragen

a.       “De stille kracht” is typisch een naturalistische roman, deze uitspraak zal ik verderop in mijn verhaal onderbouwen. Maar wat houdt het naturalisme ook alweer in? In het kort wat feitjes over deze literaire stroming:

-          Het naturalisme ontstond in Frank als rechtstreekse tegenreactie op het realisme

-          Het naturalisme was permanent aanwezig van 1850-1900

-          De stroming kwam vooral tot uiting in het proza en in het drama

b.      Hieronder de kenmerken van het naturalisme, met daarbij toelichting door middel van het gebruik van voorbeelden, situaties, fragmenten of citaten uit “De stille kracht”.

-          Het verhaal draait om een nerveuze/zwakke en/of zieke persoon

In het verhaal is eigenlijk sprake van 3 belangrijke personages, maar de hoofdpersoon is toch wel Otto van Oudijck. Hij is zeker ‘zwak’, want is hij is zo praktisch ingesteld dat hij blind is voor wat er leeft in zijn gezin en voor de Stille Krachten waar over verteld wordt. Als de Stille Kracht hem dan daadwerkelijk treft, zakt hij helemaal in elkaar…

”En dat er krachten waren, die zich verzamelden tot ene kracht, die hem tegenwerkte……………. zou voor zijn ziel een raadsel zijn, en mythe blijven.”

-          Er is sprake van een seculier wereldbeeld

In het verhaal wordt nergens gesproken over religie. Er wordt wel eens wat verteld over de Javaanse gebruiken met betrekking tot religie, maar de auteur geeft hier zeker zijn mening niet over.

-          Het plot kan in grote lijnen aangegeven worden als de geschiedenis van een ontnuchtering

Dit kenmerk komt ook overeen met het verhaal: de personages ontwikkelen zich, en aan het einde van het verhaal komen ze (Otto, Léonie en Eva) erachter dat hun leven niet op dezelfde manier door kan gaan in Indië: ze kiezen voor een verandering in hun leven. Léonie vertrekt bijvoorbeeld naar Europa.

-          Het onevenwichtige temperament van de hoofdpersoon wordt verklaard door determinerende omstandigheden (zoals erfelijkheid, milieu en opvoeding)

In het verhaal is steeds sprake van de botsing tussen twee culturen: de Javaanse en de Nederlandse cultuur. Door die botsing ontstaat “De stille kracht”, die het conflict (tussen resident en regent) moet oplossen.

-          Op het gebied van seksualiteit krijgen taboeonderwerpen aandacht

“De stille kracht” zorgde in 1900 voor aardig wat commotie onder de mensen, aangezien Couperus het gedetailleerd beschrijven van seksualiteit zeker niet mijdt. Een voorbeeld hiervan is de beschrijving van het stuk waarin Otto erachter komt dat zijn vrouw met Addy vreemdgaat. Een ander citaat:  “Ze wilden het beiden….. en het wild-dierachtige van Addy.”

-          Objectieve houding van de verteller (geen oordelende verteller)

De verteller houdt zich in het verhaal erg afzijdig. Nergens wordt een persoon ‘veroordeeld’ door de verteller. Ik vond het mooi om te lezen dat je als lezer van ieder personage genoeg te weten komt om te begrijpen waarom iemand op een bepaalde wijze handelt.

-          Veelvuldig gebruikt van de vrije indirecte rede

Het grootste deel van het verhaal is geschreven in de indirecte rede (op de dialogen na). Er zitten bovendien veel lange natuurbeschrijvingen bij, die ervoor zorgen dat het verhaal betrouwbaarder lijkt. Bijvoorbeeld de allereerste zin van het boek:

‘De volle maan, tragisch die avond, was reeds vroeg, nog in de laatste dagschemer opgerezen als een immense, bloedroze bol, vlamde als een zonsondergang lag achter de tamarindebomen der Lange Laan en steeg, langzaam zich louterende van haar tragische tint, in een vage hemel op.’

-          Het fatalisme en determinisme komen duidelijk naar voren

Dit is voor mij het hoofdkenmerk van het naturalisme en dit kenmerk kon ik zeker terugvinden in het boek. In de titel, “De stille kracht” zit al een soort van determinisme verborgen. Door het lezen van het boek wordt duidelijk wat die stille kracht dan precies is. De mens kan geen invloed op die kracht uitoefenen, het is ongrijpbaar. Er is veel aandacht voor het noodlot.

c.       “De stille kracht” is zeker een exponent van het naturalisme. Alle kenmerken van de literaire stroming die ik heb genoteerd, zijn in het boek terug te vinden. Vooral dat determinisme en fatalisme sprong echt uit het boek.  Verder heb ik ook een documentaire over dit boek bekeken, waarin steeds wordt verteld dat “De stille kracht” een prachtig voorbeeld van een naturalistische roman is.

Bronnen



-          http://www.scholieren.com/boekverslag/59307 (voor de samenvatting)



Geen opmerkingen:

Een reactie posten