Stapels boeken

Stapels boeken

woensdag 29 mei 2013

Verwerkingsopdracht Romantiek/Realisme


Keuzeopdracht literatuur

Wat zijn opvallende verschillen en overeenkomsten tussen het boek en de film Max Havelaar?

Dit verslag bestaat uit een vergelijking tussen het boek Max Havelaar en de verfilming ervan. Als eerste heb ik het boek gelezen en daarna heb ik de film (van maarliefst 170 minuten) uit 1976 gekeken. Ik vond het een erg leerzame opdracht, omdat door het kijken van de film mij veel meer van het verhaal duidelijk werd en ik me meer in het verhaal kon inleven.

Als ik als eerste kijk naar de betrouwbaarheid van de verfilming, vind ik dat de makers van de film goed hebben gekeken naar de boodschap van het boek. Het gaat er in het boek om dat mensen moeten weten dat de bewoners van Nederlands-Indië heel slecht behandeld werden. Deze boodschap zit ook zeker in de film verwerkt: de makers hebben zelfs naar mijn mening wat extra nadruk gelegd op het verhaal over Saïdjah en Adinda om nog meer nadruk te kunnen leggen op de verschrikkingen in Indië. Natuurlijk zijn er ook wel verschillen tussen het boek. Zo komt al vrij snel het verhaal van Saïdjah en Adinda naar voren in de film, terwijl je dat verhaal in het boek pas veel later kunt lezen. Ook wordt het verhaal in het boek alleen verteld door Stern en Droogstoppel, in de film is dat wel anders.

In het boek komt duidelijk naar voren dat Max Havelaar een echt romantisch personage is: Havelaar is erg gevoelig (hij is betrokken bij het lot van de Javanen), lijdt ook wel een beetje aan Weltschmerz, dat wil zeggen dat hij erg bedroefd is over de wereld om zich heen (in dit geval gaat het over Indië) en streeft naar een ideale wereld. De vraag is dan natuurlijk: wordt Max Havelaar in de film ook als romantisch neergezet? Ja, ik vind van wel. In de film wordt namelijk goed duidelijk hoe Max Havelaar zich verzet tegen  de onderdrukking van de Javanen en zijn idealen worden ook meermaals uitgesproken.

Dan nu Droogstoppel: deze man wordt in het boek neergezet als een gemeen persoon, omdat hij vaak negatief spreekt over Sjaalman (oftewel Max Havelaar) en over de schrijfkunsten van Stern (in het boek onderbreekt Droogstoppel het verhaal van Stern meermaals). In de film wordt Droogstoppel meer op de achtergrond gehouden en is hij maar heel weinig te zien; en als hij eens te zien is, doet hij aardiger dan in het boek. In de film is hij vooral achterdochtig, niet echt gemeen. 

Wat ik ook zeker over de film wil zeggen, is dat ik de film een goede geëngageerde film vind. Doordat de gebeurtenissen zo levendig en helder worden gespeeld kun je je helemaal inleven in het verhaal en raak je betrokken bij de toenmalige problemen in de maatschappij.

Als ik tot slot alles met elkaar afweeg, kom ik tot de conclusie dat de film mijn voorkeur heeft boven het boek. Het boek vond ik erg langdradig en het duurde erg lang voordat ik de strekking van het verhaal doorhad. Bij het kijken van de film zat ik echter al snel in het verhaal en kon ik me veel beter inleven in de gebeurtenissen (onder andere doordat het taalgebruik hierbij veel makkelijker was).

maandag 13 mei 2013


Verwerkingsopdracht ‘Leesgroep’

Boek: De komst van Joachim Stiller
Auteur: Hubert Lampo

Leden van de leesgroep: Marsha Killian, Noor de Kort, Lisanne van Dijk en Naomi de Ruijter

Onderdeel A: gemeenschappelijk

Wat waren onze verwachtingen en in welke mate zijn die uitgekomen?
Wij hadden eigenlijk vrij hoge verwachtingen van het boek voordat we begonnen te lezen. Dit komt omdat het boek leek op een spannende detective, waarin op het einde alle puzzelstukjes in elkaar zouden vallen. Onze verwachtingen zijn echter niet zo goed uitgekomen als we gehoopt hadden: ondanks dat het verhaal best spannend was (vooral in het begin), werd alles op een gegeven moment heel langdradig en was de uitkomst van het verhaal niet echt duidelijk.

 De titelverklaring:
Het boek heet “de komst van Joachim Stiller” en dat is een erg toepasselijke titel. Het verhaal gaat namelijk over een onbekende Joachim Stiller die plotseling in het leven komt van Freek Groenevelt en zijn vriendin Simone Marijnissen. Stiller stuurt allemaal berichten en zorgt ervoor dat er zich vreemde gebeurtenissen voordoen in Antwerpen.

Bespreking van de verschillende (belangrijke) personages:

·         Freek Groenevelt: Hij is 37 jaar oud, in het begin is hij vrijgezel tot hij Simone ontmoet. Door de gebeurtenissen omtrent Joachim Stiller wordt hij heel erg angstig, hij gaat voor zijn kwaal zelfs naar een psychiater. Persoonlijk konden wij ons goed inleven in zijn personage, omdat het realistisch is hoe hij reageert (we snappen zijn gedrag wel).

·         Simone Marijnissen: Zij werkte eerst bij het jongerenblad Atomium, maar stopte daarmee toen ze Freek ontmoette. Verder is ze lerares op school. Ze heeft haar verloving verbroken en is toen ze een relatie met Freek begonnen. Zij trekt zich de berichten van Stiller niet heel erg aan. Simone wordt beschreven als een knappe, slimme en bijdehante maar zachtaardige vrouw. Ze is Freeks steun en toeverlaat (en op het einde wordt ze ook zwanger van hem).

·         Joachim Stiller: van deze persoon zijn meerdere persoonlijkheden (geleerde, omgekomen Amerikaanse soldaat) bekend. Wij denken dat hij wordt vergeleken met Jezus (de messias), want na 3 dagen staat hij op uit de dood. Wij vonden hem maar een griezelige man, omdat hij steeds weer terugkomt.

·         De wethouder: de wethouder raakt helemaal van streek als hij in aanraking komt met Joachim Stiller. Wat ons betreft reageert hij wel heel extreem op de situatie.

·         Geert Molijn: een wijze, oude man die Freek en Simone probeert te helpen waar hij kan.

·         De kunsthandelaar Wiebrand Zijlstra: hij is een echte gladjanus, bovendien denkt hij dat hij overal verstand van heeft (dus ook van kunst) en heeft veel praatjes.

·         Andreas: Andreas is een trouwe vriend van Freek, die zich altijd veel zorgen maakt om (de reputatie van) Freek.

Setting:
Het verhaal speelt zich bijna alleen af in Antwerpen. De setting wordt erg idealistisch beschreven: Antwerpen wordt steeds genoemd als een gezellige en pittoreske stad. 

Perspectief:
Er is in dit boek sprake van een ik-perspectief (het verhaal wordt beschreven vanuit de ogen van Freek). Op deze manier is het verhaal heel persoonlijk, je weet precies hoe Freek zich voelt.

Open plekken:
Het boek zit vol met open plekken. De grootste is natuurlijk: Wie is Joachim Stiller? Naarmate je het verhaal leest, komen er steeds meer subopen plekken bij, als: waarom krijgt Freek die brieven van Stiller? En: Hoe kan het dat het dode lichaam van Stiller opeens verdwenen is?

Thema:
Het hoofdthema is volgens ons verlossing, want daar wordt in het hele boek naar toe gewerkt en de personages zitten ook steeds te wachten op de verlossing.

Motieven:
Liefde, tijd, religie, angst en mysterie.

Ons persoonlijk oordeel:
Een positief punt aan het boek is dat het begin van het verhaal erg sterk is, er wordt spanning opgebouwd (vooral als je als lezer voor het eerst kennis maakt met (de brieven van) Joachim Stiller). Je raakt nieuwsgierig en wil verder lezen. Wat wij erg jammer vinden is dat het einde niet zo sterk is: de ontknoping laat te lang op zich wachten. Bovendien is de ontknoping zelf ook helemaal niet duidelijk genoeg, je komt er niet precies achter waarom Stiller Freek allemaal heeft bericht en wie hij precies was. Dat is een beetje teleurstellend.
Wat we tot slot wel erg goed vonden, was dat het verhaal mooier wordt gemaakt door de beschrijvingen van de omgeving (Antwerpen).

Onderdeel B: Persoonlijk

1)      Hoe verliep het proces van de samenwerking? Wat ging goed, wat kon beter?

De samenwerking verliep erg soepel. We maakten duidelijke afspraken en iedereen hield zich daar ook aan, dus dat was erg fijn. We hadden alleen wel beter rekening kunnen houden met wanneer we het boek zouden gaan lezen, omdat we het boek al rond de voorjaarsvakantie hebben gelezen en daardoor was de inhoud wat weggezakt.

2)      Wat heb je geleerd van deze opdracht?

Ik vond het erg leuk om met meerdere mensen hetzelfde boek te lezen, want het was erg leerzaam om het na te bespreken: iedereen had wel weer wat andere punten uit het boek naar boven gehaald.

3)      Welk leesniveau heeft jullie boek? Hoe goed kon je hiermee overweg?

Wij hadden een boek gekozen met leesniveau 5 (voor de eerste keer), en hier konden we goed mee overweg. We begrepen het verhaal goed en stuitten niet op problemen.

4)      Op welk leesniveau wil je insteken met je volgende boek? Welk boek/welke schrijver ben je van plan te gaan lezen?

Ik wil graag opnieuw een boek lezen met niveau 5. Waarschijnlijk ga ik een boek kiezen van Harry Mulisch.
 

zondag 31 maart 2013

Verwerkingsopdracht Verlichting periode 3


Verwerkingsopdracht ‘Verlichting’

Literatuur kinderpoëzie

Voor deze opdracht heb ik de volgende vier gedichten gebruikt:

·         ‘De Perzik’ van Hiëronymus van Alphen (uit ongeveer 1780)

·         ‘Wel, wel, hoe deftig’ van O.S. van der Veen (uit 1908)

·         ‘De brievenbus wou niet meer’ van Annie M.G. Schmidt (uit 1991)

·          ‘Koe zonder boe’ van een onbekende schrijver (uit 2012)

Allereerst zal ik de vier gedichten apart beschrijven:

1.       “De Perzik” wordt verteld vanuit de ogen van een kind. Het gedichtje vertelt dat de ik-persoon een perzik van zijn vader krijgt, omdat hij zo goed leert (op school). Het taalgebruik is in het begin erg makkelijk, maar na vier regels komt de moraal en dan wordt het taalgebruik wat moeilijker. Op de moraal ligt sterk de nadruk: het personage staat in dienst van de moraal. Verder rijmt het gedicht en past het onderwerp zeker bij de kinderbeleving, want een kind ziet een beloning ook vaak als een stimulans om goed door te blijven gaan (dit is ook terug te lezen in het gedichtje: “die perzik smaakt naar meer”).

2.       In “Wel, wel, hoe deftig” wordt door een volwassene een kleuterjongetje beschreven dat voor het eerst in een echte broek rondloopt. Het taalgebruik in dit gedicht is niet heel erg moeilijk, maar door een aantal woorden (wel, wel – toch) is te merken dat het gedicht niet vanuit de ogen van Michiel (het jongetje dat beschreven wordt in het gedicht) is geschreven. In dit gedicht zit geen moraal en de meeste regels rijmen op elkaar. Het onderwerp past wel bij de kinderbeleving, want in deze tijd was het aan mogen trekken van een grote broek een bijzondere gebeurtenis in het kleuterleven.

3.       Het gedicht “De brievenbus wou niet meer” wordt beschreven vanuit de ogen van de schrijfster zelf. Het gedicht gaat over een rode brievenbus die niet meer open wil gaan. Het verhaal wordt op een grappige manier verteld, met een simpel taalgebruik. Er zit geen moraal in het gedicht en alle regels rijmen op elkaar. Het is duidelijk te merken dat dit een kindergedicht is, omdat het een heel apart, verzonnen verhaaltje is.

4.       Tot slot “Koe zonder boe”. Dit gedicht is ook beschreven vanuit de ogen van een algemene verteller (de schrijver). In het gedicht wordt over een koe verteld die niet kan loeien, maar als de boer haar een pilletje geeft lukt het uiteindelijk toch. Er worden heel makkelijke woorden gebruikt en het gedicht rijmt. Er zit geen moraal in, het is gewoon een verzonnen verhaaltje dat past bij kinderen, omdat kinderen het vaak leuk vinden om grappige verhalen over dieren te horen.

Conclusie

Wat mij is opgevallen bij het analyseren van deze vier gedichten, is dat in het begin bij de gedichten van Van Alphen de personages echt in dienst staan van de moraal. In dit gedicht wordt alles ook beschreven vanuit de ogen van een kind, dat zich natuurlijk erg ideaal gedraagt (als een voorbeeld voor andere kinderen). Vanaf 1900, bijvoorbeeld in het gedicht ‘Wel, wel, hoe deftig’ is die moraal verdwenen en zie je dat het gedichtje niet vanuit de ogen van het kind, maar vanuit de ogen van de volwassene wordt beschreven en daarna ook vanuit de ogen van de schrijver.
Wat het taalgebruik betreft, vond ik het opvallen dat bij gedicht 2 het taalgebruik expres wat was aangepast, omdat dat uit de ogen van een volwassene werd beschreven. Bij de laatste twee gedichten was het taalgebruik overigens veel makkelijker dan bij de eerste. In alle gedichten is ook wel aan de belevingswereld van kinderen gedacht.

Tenslotte was duidelijk te zien dat in de eerste twee gedichten die ik gekozen had, over onderwerpen gingen die in het dagelijks leven voor zouden kunnen komen of die vrij gewichtig zijn. In de laatste twee daarentegen (vanaf 1990) gaat het steeds over verzonnen gebeurtenissen, verhaaltjes die nooit in het echt voor zouden kunnen komen.

Naomi de Ruijter, 5A
 

zondag 13 januari 2013

Verwerkingsopdracht periode 2


Oordeelvorming over “Specht en zoon”

1. Algemene informatie

a.       Standaardtitelbeschrijving:

                                 i.            Willem Jan Otten, Specht en zoon

                               ii.            Den Bosch, 2006, eerste druk in 2004

b.      Genre:

Het is een psychologische roman, omdat er veel nadruk ligt op de gedachtes van de verteller (in dit geval het schildersdoek). Bovendien gaat het over relaties tussen mensen, en dan vooral de normen en waarden daarbij.

c.       Een korte samenvatting van het boek:
Felix Vincent, een bekende portret schilder krijgt hij de opdracht van z’n leven. Valéry Specht, een steenrijke kunstverzamelaar, geeft hem opdracht om zijn overleden zoon Singer te schilderen. Specht vertelt Schepper dat ie het schilderij moet schilderen om Singer “tot leven te wekken”. Aan de hand van foto’s en een aantal videobeelden gaat Felix aan het werk. Felix, wordt ‘Schepper’ genoemd doordat het hele verhaal is geschreven vanuit de optiek van het schilderdoek waar Singer op komt te staan. Het is een groot, duur doek, en heeft alle menselijke eigenschappen qua zintuigen. Het duurt maanden voordat het doek beschilderd wordt en zo leren we Felix, zijn vrouw Lidewij en alle andere mensen die in het atelier van Schepper komen kennen. Tot op het moment dat Specht binnen komt lopen lijdt het doek een passief leven. Maar als dan uiteindelijk wordt besloten door Schepper dat hij het doek wordt waar Singer op wordt gemaakt en gaat hij een actief leven lijden. Nadat het schilderij af is, komt Lidewij erachter dat ze zwanger is. Het schilderij wordt niet op de afgesproken datum opgehaald, pas zes à zeven maanden later. Als Lidewij wordt opgenomen in het ziekenhuis voor de bevalling, komt  recensent Minke Depuis langs en haalt schepper over om over het schilderij te vertellen. Eerst twijfelt schepper omdat hij aan specht beloofd had het schilderij geheim te houden. Dan vertelt Minke dat specht een pedofiel is en dat hij Singer gekocht had. Specht had volgens Minke aan schepper gevraagd Singer te schilderen, omdat Specht dat bij elke kind had gedaan dat hem te oud geworden was. Schepper gelooft dat en verbrandt het schilderij uit schaamte. Dan bevalt Lidewij en wanneer Schepper thuis komt uit het ziekenhuis wordt hij bezocht door doodzieke Specht om het schilderij op te halen. Schepper vertelt het verhaal van Minke, maar Specht ontkent dit alles. Hij had het schilderij voor Singer laten maken, omdat Singer depressief is. Specht vraagt alsnog een keer aan Schepper om Singer te schilderen.

2. Onderbouwing van mijn persoonlijke oordeel

“Specht en zoon” vond ik echt een heel mooi boek. Ik had dat eerlijk gezegd niet verwacht van tevoren, maar het is zeker de moeite waard om te lezen. Ik ben begonnen in dit boek omdat ik het op de lijst zag staan bij niveau 4 en ik kon me herinneren dat mijn docent in de vierde klas er eens iets uit voorgelezen had en dat hij er toen ook zo enthousiast over was.
Toen ik begon te lezen, was het voor mij even wennen dat het verhaal is geschreven door de ogen van een schildersdoek. Het begin was echter wel heel sterk: “Het loopt tragisch met mij af, daar lijkt het nu toch echt op. Ik sta op de ezel en heb alleen het ergste te verwachten. Hij komt uit de tuin gelopen. Hij komt me halen, het kan niet anders of ik word in het vuur geworpen. Ik vertel dit nu al, anders sluit u zodra u begrijpt wie ik ben dit boek.” Later komt deze scène inderdaad terug, maar op deze manier wordt er wel een bepaalde spanning opgebouwd die je het hele boek niet meer kwijtraakt. Een erg goed punt aan dit boek vind ik dus de opbouw: de schrijver heeft echt een heel sterke opbouw heeft neergezet door met zo’n prachtige opening te beginnen.

Voordat ik het boek ging lezen, had ik al op internet gelezen dat Willem Jan Otten in zijn boeken ook veel gebruik maakt van het thema “geloof”. Dit vond ik ook duidelijk terugkomen in het verhaal. Ten eerste kun je al wat zien van dit thema in de titel: Schepper en zoon.  Als lezer kun je dan denken aan een schepper die een bepaalde wereld creëert en dit is dan weer dubbelzinnig op te vatten. Verder heeft schepper het ook veel over God: bestaat zoiets als God en zo niet, waarom wil ik dan toch dat hij er is? Tenslotte vond ik deze zin ook erg opmerkelijk, dit is op het einde als Specht Minke Depuis niet schuldig wil veroordelen: “Neem het haar niet kwalijk. Ze wist niet wat ze deed.” Deze zin is bijna identiek aan een gebed van Jezus tot God voordat Jezus gekruisigd zou worden. Ik vind de religieuze verwijzingen echt niet vervelend, ik vind het juist wel mooi omdat daardoor sommige dingen op verschillende manieren bekeken kunnen worden.
Zelf heb ik totaal geen interesse voor kunst, ik weet er dus niet veel vanaf. Daarom had ik wel de angst dat het boek vrij saai zou worden voor mij, omdat ik dat stukje interesse mis. Gelukkig was die angst nergens voor nodig, omdat het boek eigenlijk niet hoofdzakelijk over dat schilderij (en dus kunst) gaat. De bedoeling van het verhaal is dat je nadenkt over leven en dood. “Maak hem levend. Je redt er een leven mee” had Specht tegen schepper gezegd toen hij de opdracht bracht. Verder komt de dood ook een paar keer voor in het boek: Het schilderen van Singer wordt namelijk bijna scheppers morele dood en het kind dat schepper bij zijn vrouw verwekt heeft, wordt bijna de dood van zijn vrouw. Dan heb je ook nog het doek, dat eerst zo levendig lijkt met al zijn vertellingen, maar vervolgens ook de dood in de ogen ziet op de brandstapel. Ik vond het echt heel bijzonder om een boek te lezen dat hoofdzakelijk gaat over leven en dood. Ik vind dat de schrijver dit thema perfect
heeft uitgewerkt.
 
Kortom, ik ben erg tevreden over het boek. De goede opbouw, het unieke vertelperspectief, de religieuze verwijzingen hier en daar en het zeer bijzondere thema “leven en dood” hebben gezorgd voor een prachtig boek dat je snel uit wilt lezen.