Stapels boeken

Stapels boeken

donderdag 8 november 2012

Verwerkingsopdracht periode 1


Leesverslag algemeen

1. Algemene informatie

a.       Standaardtitelbeschrijving:

                                I.            Willem Frederik Hermans, de donkere kamer van Damokles

                              II.            Amsterdam, 2012, eerste druk in 1958

                            III.            319 pagina’s
Dit is een editie voor scholieren, speciaal uitgegeven ter gelegenheid van Nederland Leest, 1-30 november 2012.

b.      Het genre:
 
       De donkere kamer van Damokles is een psychologische oorlogsroman.

c.       Een korte samenvatting van het boek:

Dit was een vrij lastige opgave. In het boek gebeurt namelijk erg veel en het is lastig om dingen weg te laten, omdat het verhaal dan al snel onduidelijk wordt. Op internet stonden vele samenvattingen, ik heb geprobeerd er een goede uit te halen en ik heb zelf ook nog wat aangepast.

De samenvatting

Henri Osewoudt gaat op 12-jarige leeftijd naar zijn oom Bart Nauta in Amsterdam. Dit doet hij nadat zijn moeder in een vlaag van waanzin zijn vader, die in Voorschoten een sigarenwinkel had, vermoord heeft. Hij volgt een middelbare schoolopleiding, maar heeft met niemand contact, behalve met zijn nicht Ria, die 7 jaar ouder is. Beiden zijn lelijk. Henri heeft bolle wangen, wit zijdeachtig kortgeknipt haar, geen baardgroei, en, vanwege de judosport vergroeide voeten: hij ziet eruit als een rechtopstaande pad. Bovendien heeft hij een te hoge stem. Op 18-jarige leeftijd trouwen ze. Henri zet de zaak van zijn vader voort. Zijn moeder woont bij hen in, en Moorlag, die staatsexamen wil doen, heeft ook een kamer bij hen. Henri wordt afgekeurd voor militaire dienst, omdat hij een halve centimeter te klein is. Wel is hij bij de Burgerwacht en bij het uitbreken van de oorlog krijgt hij de opdracht bij het postkantoor op wacht te staan. Hij komt in contact met een luitenant van de landmacht, die zich Dorbeck noemt. Deze Dorbeck lijkt als twee druppels water op Henri, met dat verschil, dat hij het 'geslaagde exemplaar' is, en de eigenschappen bezit, die Henri graag had willen hebben. Van Dorbeck krijgt Henri een filmpje, dat ontwikkeld moet worden. Na de capitulatie geeft Henri Dorbeck een kostuum te leen, en begraaft hij Dorbecks uniform in zijn tuin. Dorbeck brengt later het kostuum terug en geeft Henri nog enkele films. Deze moeten ontwikkeld worden en dan naar Amsterdam worden opgestuurd. Als de films zijn ontwikkeld, staan er alleen zwarte vlekken op, zodat Henri ze niet durft op te sturen. In plaats daarvan koopt hij een Leica en maakt zelf foto's van militaire objecten.
Via opdrachten van Dorbeck raakt Henri bij het verzet betrokken. Daarbij wordt hij gevolgd door de zoon van de drogist in Voorschoten en verraden. Als Henri het filmpje ontwikkelt dat Dorbeck hem in de meidagen van '40 gaf, staat op één van de foto's Dorbeck met twee vriendinnetjes voor het huis in de Kleine Houtstraat.
Henri krijgt dan in '44, nadat hij drie jaar niets van Dorbeck heeft gehoord, een brief met het verzoek de foto's te zenden naar Postbus 234 in Den Haag. Hij gaat kijken wie de brief ophaalt: het blijkt een heilsoldate te zijn. Enkele dagen later wordt hij opgebeld door ene Elly Spenkelbach Meijer. Zij zegt dat ze uit Engeland komt en toont hem later een van de foto's, die hij aan Dorbeck heeft gestuurd. Hij brengt haar dan naar oom Bart, maar als hij in Voorschoten terugkomt, hoort hij van Moorlag, dat de Duitsers hem hebben opgewacht en zijn moeder en Ria opgepakt zijn. In Leiden krijgt hij een nieuw persoonsbewijs dat op naam van Filip van Druten staat.
Hij wordt verliefd op het meisje Marianne Sondaar (de ondergedoken joodse studente Mirjam Zettenbaum), die zijn haren zwart verft. Zelf duikt hij onder aan de Zoeterwoudse singel, en gaat foto's ontwikkelen voor Labare. Hij beseft hoezeer hij veranderd is en vindt dat Dorbeck 'een ander mens' van hem heeft gemaakt. Hij ontmoet Marianne opnieuw, die voor hem de valse papieren naar Elly wil brengen. Die blijkt echter al verdwenen.
Hij krijgt een nieuwe opdracht van Dorbeck: hij moet in de stationswachtkamer van Amersfoort een vrouw in leidsteruniform van de Nationale Jeugdstorm ontmoeten. Samen gaan ze naar Lunteren om de Gestapoman Lagendaal uit de weg te ruimen. De vrouw wordt later in de trein aangehouden; Henri wordt gearresteerd als hij met Marianne in de bioscoop zit en op het doek een oproep tot zijn aanhouding verschijnt. Hij wordt gemarteld, opgenomen in een ziekenhuis, en weer bevrijd. Als hij bij Labare Marianne opnieuw ontmoet, toont hij haar zijn gevoelens over Dorbeck en zichzelf: "Ik heb nooit geweten, dat ik het mislukte exemplaar was tot ik Dorbeck ontmoette." Hij vindt dat hij alleen bestaansrecht kan krijgen, als hij Dorbecks opdrachten uitvoert.
's Nachts wordt hij weer gearresteerd en later door Ebernuss bevrijd. Deze is op zoek naar Henri's dubbelganger Dorbeck. In een clandestiene sociëteit voor ondergrondse helden, denkt Henri Dorbeck te herkennen. Hij krijgt gif om Ebernuss te vermoorden, en daarna gaan ze er samen in Ebernuss' auto vandoor. In een leegstaand huis maakt Henri met de Leica van Ebernuss voor de spiegel een foto van Dorbeck en zichzelf. Dorbeck vertelt hem, dat Ria samenwoont met de verrader, de zoon van de drogist in Voorschoten. Henri krijgt een verpleegstersuniform om Marianne, die zwanger is, in de kraamkliniek te kunnen bezoeken. Als hij daar aankomt, krijgt hij het lijkje van zijn kind te zien, en loopt huilend weg. Hij vermoordt eerst Ria, daarna de Duitser, die hem een lift had gegeven, en vraagt dan een pastoor om hulp.
Met hulp van een illegale arts komt hij de grens tussen het bezette en het door de geallieerden bevrijde gebied over naar Breda. Hij wordt naar Engeland gebracht en verhoord. Hij gaat dan weer naar Nederland, maar wordt ook daar niet vrijgelaten. Er wordt namelijk beweerd, dat in de Duitse stukken staat, dat hij een handlanger van de Duitsers is. Er is niemand die het tegendeel kan bewijzen. Dorbeck is onvindbaar, Jagtman en Moorlag zijn dood, Mirjam is in Israël. Als Henri het filmpje ontwikkelt, waarop hij samen met Dorbeck op de foto zou staan, blijkt deze foto mislukt. Henri rent naar buiten en wordt neergeschoten.

2. Verwachtingen

Hoe ben ik op het idee gekomen dit boek te gaan lezen?
Op televisie had ik wel eens iets gezien over de actie Nederland Leest en hun boek van dit jaar: De donkere kamer van Damokles. Een tijdje laten zag ik op school allerlei scholierenedities liggen ter gelegenheid van Nederland Leest en toen leek het me eigenlijk wel leuk om dit boek te gaan lezen.

Wat waren mijn verwachtingen?
Eerlijk gezegd had ik voor de actie Nederland Leest nog maar weinig over het boek gehoord of gelezen. Ik had dus, voordat ik begon met lezen, eigenlijk geen voorstelling van het verhaal of van de thema’s die aan bod zouden komen. Ik ging er dus heel open in en dat vond ik juist wel leuk. Wel is het zo dat, doordat het boek zo gepromoot werd, ik toch een beetje een hoge verwachting had.
3. Motieven en thema

Er zijn veel verschillende motieven aan te wijzen in het verhaal. Opvallende motieven vond ik ten eerste het toeval, want sommige gebeurtenissen (zoals de ontmoeting van Henri met Dorbeck) zijn zo aangewezen op het toeval dat het bijna onwaarschijnlijk lijkt. Ook komt het gemis aan een eigen identiteit vaak terug: Henri en Dorbeck lijken namelijk sprekend op elkaar, maar Henri is van mening dat hij het mislukte exemplaar is en dat hij alleen iemand van waarde is als hij Dorbecks opdrachten netjes uitvoert. En natuurlijk is er dan nog het dubbelgangersmotief: het gebeurt namelijk erg vaak dat Henri wordt verward met Dorbeck of andersom.

De Leica van Osewoudt zou ik als leidmotief aanwijzen, omdat die er erg belangrijk is voor Henri en die is uiteindelijk heel erg belangrijk als bewijsmateriaal tegen zijn onschuld.

Het thema heeft overduidelijk te maken met de werkelijkheid: zelf de werkelijkheid weten, maar dit niet kunnen aantonen. Hierdoor sterft Osewoudt uiteindelijk.

4. Beoordeling

a.       Beoordeling van de schrijfstijl:

Ik vond de schrijfstijl van Willem Frederik Hermans heel apart. De donkere kamer van Damokles is het eerste boek dat ik van hem lees, maar het heeft me wel erg geboeid. Ik vind het erg knap hoe hij de personages beschrijft, gedetailleerd met bovendien een ironische ondertoon erin. Een voorbeeld is het stukje waarin Henri voor de spiegel staat (pag. 19): “Een klein monster, een rechtopstaande pad. Hij had geen neus, maar een neusje. Zijn mond deed denken aan de opening waardoor laagstaande dieren hun voedsel opnemen, geen mond die ook lachen en praten kon.” Verder vind ik dat Hermans heel goed kan beschrijven hoe Henri zich voelt tegenover Dorbeck, die sprekend op hem lijkt. Deze zin daarover vind ik heel mooi: “Het is een beetje moeilijk uit te drukken, maar ik bedoel zo ongeveer in een fabriek waar een bepaald voorwerp wordt gemaakt: nu en dan mislukt er een, ze maken een tweede dat goed is en het mislukte exemplaar gooien ze weg… Alleen, mij hebben ze niet weggegooid, ik ben blijven bestaan, mislukt en wel.” (pag. 169)

b.      Beoordeling van de inhoud:

Tijd: Het verhaal speelt zich grotendeels af tijdens de Tweede Wereldoorlog en dat brengt de nodige spanning met zich mee: Osewoudt gaat namelijk in het verzet en het is steeds maar weer de vraag of hij niet verraden en opgepakt zal worden. De tijd zorgt voor een soort van ‘thrillereffect.’

Vertelperspectief: Er is sprake van een personele verteller: de verteller weet alleen wat Osewoudt denkt en voelt, maar als lezer weet je niet wat er in de andere personages omgaat. Dit maakt het verhaal spannender: Je weet bijvoorbeeld een lange tijd niet waarom Ebernuss als Duitse officier zo aardig tegen Osewoudt blijft.

5. Eindoordeel

 
 
 

Ik vond de donkere kamer van Damokles een heel mooi boek. Ten eerste omdat ik heel enthousiast ben over de schrijfstijl van Willem Frederik Hermans. De manier waarop hij zijn personages beschrijft is gewoon heel leuk en grappig. Een voorbeeld van pagina 19, waarin Henri’s vrouw Ria wordt beschreven: “Haar haren hadden de kleur van pakpapier, zij had een lange spitse onderkaak en ook haar tanden waren te lang. Haar tanden vormden geen sieraad van de mond, of zelfs maar een wapen, maar eerder de afsluiting ervan, iets als de knip op een portemonnaie.” Verder vond ik de gebeurtenissen erg verrassend: Henri viel van de ene opdracht in de andere en kwam steeds weer andere mensen tegen. Spannend vond ik dan de vraag of iedereen wel te vertrouwen was. Het einde is naar mijn mening heel bijzonder. Je zou verwachten dat na de oorlog Henri samen met Mirjam en hun kindje lang en gelukkig verder zou leven, maar het lot beslist alles: iedereen denkt dat Henri voor de Duitsers heeft gewerkt en Henri kan het tegendeel niet bewijzen. Henri sterft van moedeloosheid: “Waar is Dorbeck? Schreeuwde Osewoudt. Hij moet gevonden worden! Het moet! Het moet! … Nu pas werd er geschoten, een kort salvo uit een stengun. Toen het tweede salvo weerklonk, viel Osewoudt voorover, hij kon nog net zijn handen in het prikkeldraad slaan dat langs het kanaal gespannen was.”

Door de actie van Nederland Leest had ik toch wel hoge verwachtingen van het boek, en deze zijn meer dan genoeg waargemaakt. Ik vond het echt wel leuk om dit boek te lezen.
6. Bronnen