Stapels boeken

Stapels boeken

vrijdag 8 juni 2012

Vergelijking van recensies (verwerkingsopdracht periode 3)

Algemene informatie

Auteur
Jeroen Brouwers
Titel
Bezonken rood
Plaats van uitgave
Amsterdam
Jaar van uitgave
2010
Druk
1981
Aantal pagina’s
87
Genre
Psychologische oorlogsroman

 Korte samenvatting van het boek
Het boek begint als de moeder van Jeroen overlijdt. Hij heeft haar al een lange tijd niet meer gezien en gesproken en wil ook niet aanwezig zijn op haar crematie.

Jeroen zat samen met zijn moeder, grootmoeder en zus van zijn derde tot vijfde levensjaar in een kamp in Japan, tijdens de Tweede Wereldoorlog. Door het gehele boek heen haalt hij herinneringen op aan zijn moeder en aan het kamp. Liza, een vrouw die hij kort – maar krachtig – gekend heeft, staat voor zijn moederfiguur. Zijn moeder wil hij niet meer zien, nadat ze hem heeft achtergelaten in een pensionaat – iets wat hem deed herinneren aan het telkens afscheid nemen in zijn jeugd. Het Jappenkamp heeft in zijn kleutertijd niet veel indruk op hem gemaakt: hij maakte de dingen mee alsof het een gewoon leven bedroeg. Later pas blijkt dat de verschrikkelijke gebeurtenissen in het kamp diepe traumatische wonden hebben achtergelaten.

Alles wat Jeroen in zijn leven doet, is voor altijd verbonden aan zijn moeder en aan de tijd in het Japanse vrouwenkamp.
Bron: http://www.scholieren.com/boekverslagen/22215

Reactie op twee recensies

1.       Dirk Leyman op 06-05-2009 in De Morgen
                     Recensietitel: Parels uit de Nederlandstalige literatuur

2.       Marjolijn Pouw op 13-11-1981 in het NRC Handelsblad
                   Recensietitel: Monument voor een moeder

In 1981 bracht Jeroen Brouwers het boek “Bezonken rood” uit, naar aanleiding van de dood van zijn moeder. In het boek haalt hij herinneringen op aan zijn moeder en aan de tijd dat hij, samen met zijn moeder, als kleuter in een gevangenenkamp in Japan zat tijdens de Tweede Wereldoorlog. Eigenlijk zoekt Brouwers gedurende het hele boek naar een moederfiguur: steeds vormen zijn gedachten een gestalte waarin hij voor een gedeelte zijn moeder ziet en voor een gedeelte Liza, iemand waar hij eens een korte relatie mee heeft gehad. Ik vond het een ontroerend maar prachtig boek, omdat ik nog niet zo veel over de oorlog in Japan en wat er precies gebeurde met de Nederlandse Indiërs daar.

In zijn recensie heeft Dirk Leyman het over de “onherstelbare kerven” die de gruwelijke gebeurtenissen (zoals de marteling van zijn moeder) bij Brouwers nalaat. Dit gegeven heb ook ik duidelijk gemerkt bij het lezen van het verhaal, want de schrijver blijft maar terugblikken naar die tijd in het kamp en hij kan het niet loslaten. Ook Marjolijn Pouw noemt het boek in haar recensie als een roman vol emoties: “Dit is een boek van smart, van heftig gevoel, van liefde en haat, van machteloze woede en wraak.”
Haar oordeel over het boek is echter heel anders dan die van Dirk Leyman, die het boek in zijn titel over “een parel uit de Nederlandstalige literatuur” heeft. Pouw noemt Brouwers een slecht criticus van zijn eigen werk, omdat de auteur bepaalde gevoelens die hij bijvoorbeeld heeft als hij naakt in de kamer staat en hoort dat zijn moeder overleden is, als kitscherig omschrijft. Pouws reactie: “Gedachten of gevoelens zijn evenmin kitscherig als een ondergaande zon; alleen de weergave van die dingen kan kitscherig zijn, en dat is hier niet het geval.” Met dit standpunt ben ik het zeker eens. Bovendien zijn er wel meer stukken in het verhaal waar Brouwers op een vreemde en soms heel botte manier zijn mening over geeft, bijvoorbeeld in het stukje waarin hij de haat over zijn moeder uitspreekt: “Naar de hel met haar. Ik bedoel: naar de hel met alle moeders.”

Zo schrijft Brouwers de ene keer heel lovend, de andere keer heel hatelijk over zijn moeder. Hij noemde zijn roman eens “een monument voor mijn moeder”, maar net als Marjolein Pouw kan ik de liefde voor zijn moeder niet echt goed ontdekken in het verhaal. Pouw heeft het zelfs over een “pathetische ruïne”, maar naar mijn idee is ze met deze mening wel erg direct geweest.  
Een belangrijk nog te noemen verschil tussen beide recensies is dat Dirk Leyman de roman beschrijft als “een navrante rouwzang, vol zelfhaat en schuldbesef”, terwijl Marjolein Pouw schrijft dat Brouwers zijn beelden en gevoelens oproept in een stijl die de golven van emoties nauwelijks lijkt te volgen. Ik ben het met Pouw eens dat Brouwers zijn emoties soms op een uitzonderlijke manier aan het licht brengt, maar ik vond het ritme van het verhaal wel erg goed. Net als Dirk Leyman vind ik het verhaal goed gecomponeerd en bovendien symboolrijk. De titel staat is bijvoorbeeld zo’n mooi symbool voor de rode stip op de Japanse vlag die de auteur in zijn boek probeert te “verstoppen”.

Na de uitgave van het boek heeft Jeroen Brouwers veel kritiek gekregen over de waarheidsgetrouwheid van het verhaal. Dirk Leyman stelt dat het niet uit maakt of het nu waar of niet waar is, omdat het een roman is die een nieuwe ‘werkelijkheid’ in het leven oproept. Dat ben ik ook van mening, want hoewel het verhaal misschien wat aangedikt is of er elementen in zitten die niet kloppen, het blijft een indrukwekkend boek. En dat is een standpunt waar zowel Dirk Leyman als Marjolijn Pouw als ik mee in kunnen stemmen.

De complete recensies zijn te vinden onder deze link: