Stapels boeken

Stapels boeken

donderdag 6 februari 2014

Boekenlijst Naomi de Ruijter, 6A


Titel
Auteur
Leesniveau
1ste druk
Gelezen druk
Het diner
Herman Koch
3
2009
2009
Een schitterend gebrek
Arthur Japin
4
2003
2007
Bezonken rood
Jeroen Brouwers
4
1981
2010
De donkere kamer van Damokles
Willem Frederik Hermans
4
1958
2012
Specht en Zoon
Willem Jan Otten
4
2004
2007
De komst van Joachim Stiller
Hubert Lampo
5
1960
1977
De stille kracht
Louis Couperus
5
1900
2004
Het stenen bruidsbed
Harry Mulisch
6
1959
1989
De wetten
Connie Palmen
5
1991
1999
Max Havelaar
Multatuli
5
1860
2010
Reize door apenland
J.A. Schasz
4
1788
Bulkboek
Literaire klassieken 17
Mariken van Nieumeghen
Onbekend
4
ca. 1518
Bulkboek
Literaire klassieken 4
De Klucht van de Molenaer
G.A. Bredero
3
ca. 1613
Bulkboek
Literaire klassieken 15

woensdag 5 februari 2014

Balansverslag klas 6


Balansverslag


In de bovenbouw van mijn gymnasiumcarrière heb ik in totaal 13 literaire werken gelezen. Deze boeken verschillen heel erg van elkaar: van een stromingsboek tot een modern boek, van een oorlogsroman tot een psychologische roman. In dit balansverslag blik ik terug op mijn leeservaringen.

Welke literaire werken spraken je bijzonder aan en waarom? Geef voorbeelden en argumenten.

1.       Specht en Zoon, Willem Jan Otten

‘Specht en Zoon’ is een boek dat ik nooit meer zal vergeten, zo mooi vond ik het. Ik denk dat dit komt door het unieke vertelperspectief: het verhaal wordt verteld vanuit de ogen van een schildersdoek. De eerste zin uit het boek sprak mij gelijk al heel erg aan: “Het loopt tragisch met mij af, daar lijkt het nu toch echt op. Ik sta op de ezel en heb alleen het ergste te verwachten. Hij komt uit de tuin gelopen. Hij komt me halen, het kan niet anders of ik word in het vuur geworpen. Ik vertel dit nu al, anders sluit u zodra u begrijpt wie ik ben dit boek.” Verder vind ik dat de schrijver het thema van het boek, leven en dood, perfect heeft uitgewerkt. Op de omslag van het boek stond: “Maak hem levend. Je redt er een leven mee.” Dit wordt vaak in het boek herhaald, maar daarentegen komt de dood ook vaak naar voren: zo gaat de vrouw van de schilder bijna dood bij de bevalling van hun eerste kind en ziet het schildersdoek op een gegeven moment de dood voor ogen op de brandstapel.

2.       De wetten, Connie Palmen

‘De wetten’ heeft ook indruk op mij gemaakt. Connie Palmen kan erg goed ironie in het verhaal brengen en dit zorgt ervoor dat een op het eerste gezicht saai, filosofisch boek leuk wordt om te lezen. Zo schrijft ze bijvoorbeeld als de hoofdpersoon op bezoek gaat bij de dominee: “Het leven was een stuk simpeler toen ik nog in God geloofde. Als u het zo wilt, geloof ik nog steeds in God, maar Hij is niet meer wat Hij geweest is.” Ook viel een van de motieven, eten, mij erg op. In het boek ontmoet de hoofdpersoon Marie gedurende zeven jaar zeven verschillende mannen en het is een opvallende eigenaardigheid dat de mannen allemaal iets met haar gaan eten. Dit steeds terugkerende motief vond ik heel origineel.

Welke literatuurlessen zijn belangrijk voor je geweest? Om welke redenen?

Naar mijn idee zijn alle literatuurlessen de afgelopen jaren belangrijk voor mij geweest, aangezien ze allemaal hebben bijgedragen aan mijn ontwikkeling. Door de literatuurlessen heb ik de boeken die ik heb gelezen beter kunnen begrijpen en kan ik eventuele stromingskenmerken gemakkelijk aanwijzen. Ik heb geen geschiedenis of kunst algemeen in mijn vakkenpakket, dus ik vond het erg leuk om meer te leren over de literatuurgeschiedenis. De literatuurlessen die ik nog even uit wil lichten, zijn de lessen over de Middeleeuwen. Hierbij mochten we vaak luisteren naar een hoorcollege van Herman Pleij, dit vond ik altijd erg interessant. Ook keken we in die periode een leuke (Britse) serie over de Middeleeuwen, waar ik nog veel van heb onthouden.

Welke ervaring(en) met literatuur hebben absoluut weerstand opgeroepen? Hoe verklaar je die weerstand? Wanneer je bijvoorbeeld iets saai vond, kwam dat volgens jou door een gebrek aan kwaliteit van de schrijver of door jouw manier van lezen?

Ik heb niet het idee dat er literaire werken zijn geweest die weerstand bij me hebben opgeroepen. Natuurlijk was er in ieder boek altijd wel iets dat ik niet zo mooi vond of niet helemaal begreep, maar er waren tegelijkertijd ook altijd pluspunten te noemen. Ieder boek is uniek en dat vind ik altijd erg mooi. Als ik dan toch een boek moet noemen dat me niet zo erg aansprak, is ‘Max Havelaar’ van Multatuli. Ik had moeite met goed begrijpen van alle woorden door het verouderde taalgebruik en ik vond het lastig om door alle uitweidingen heen te lezen: ik raakte snel afgeleid. Toch weet ik zeker dat ‘Max Havelaar’ geen slecht boek is, Multatuli heeft literair gezien een prachtig boek geschreven (bijvoorbeeld door de raamvertelling). Toen ik het boek las, was ik ook erg druk bezig met andere zaken voor school en daarom was de tijdsdruk iets te hoog. Ik ben van plan om het boek nog een keer te gaan lezen, maar er dan de tijd voor te nemen; ik denk dat ik het boek dan veel meer zal waarderen.

Ben je in de loop van de tijd dat je met literatuur bezig was er anders naar gaan kijken? Probeer die ontwikkeling bij jezelf vast te stellen. Geef voorbeelden van wat je nu beter kunt. Kijk voordat je je antwoord formuleert nog eens terug naar je leesautobiografie.

In mijn leesautobiografie uit de vierde klas heb ik geschreven: “Ik denk dat ik leesniveau 3 heb, omdat ik voornamelijk lees om meer te leren over bepaalde dingen (maar dan op een leuke manier). Ik ben niet zo goed in het leggen van interne verbanden en heb nog geen esthetisch besef.”

In de afgelopen drie jaar ben ik steeds moeilijkere boeken gaan lezen, in de laatste periode van klas 6 heb ik zelfs een boek uit leesniveau 6 gelezen (Het stenen bruidsbed). Ik heb geleerd om interne verbanden te leggen en om impliciete verwijzingen naar klassieke motieven te kunnen herkennen. Verder weet ik  van mezelf dat ik veel meer waardering heb gekregen voor de Nederlandse literatuur: ik vind het echt leuk om literaire werken te gaan lezen.

Loop je blog nog eens door en stel vast waarmee je uiteindelijk al dan niet tevreden kunt zijn, waar het gaat om je aanpak bij het werkproces en je studievaardigheden. Geef voorbeelden. Met welke werkvormen kon je goed uit de voeten, met welke niet? Waarom?

Als ik mijn blog nog eens doorlees, vind ik dat ik best tevreden mag zijn. Van ieder boek heb ik een duidelijk verslag gemaakt. In het begin kwamen daar ook nog reacties op en dat vond ik erg fijn, omdat ik door middel van de feedback mijn verslag nog wat beter kon maken. Ik heb van veel boeken het ‘leesverslag algemeen’ gemaakt, omdat deze leesverslagen naar mijn idee het handigst zijn voor mijn literatuurmondeling. In zo’n leesverslag komen namelijk heel veel aspecten van het boek aan de orde. Een werkvorm die me wat minder aansprak, was het vergelijken van twee recensies. Ik heb niet het idee dat ik hierdoor veel verdieping in het boek heb gezocht, omdat er over mijn boek niet heel goede recensies te vinden waren.

Welke plaats denk je de literatuur in het vervolg van je leven te kunnen geven?

Ik denk dat ik in mijn latere leven meer literatuur ga lezen. Door middel van literatuur kom ik steeds meer te weten gekomen over andere culturen en over het verleden. Bovendien leer ik meer over bepaalde stromingen in de literatuur. Ik heb echt het idee dat literatuur verrijking kan geven en daarom zal literatuur in het vervolg van mijn leven zeker niet gaan ontbreken.

Welk advies heb je voor je literatuurdocenten?
Eigenlijk heb ik geen advies voor mijn literatuurdocent: ik vind dat hij het drie jaar lang goed gedaan heeft. Door hem ben ik (op een leuke manier) meer te weten gekomen over de Nederlandse literatuur. Ik heb geleerd om moeilijke verbanden te kunnen leggen in bepaalde romans, dit is iets waar ik in het begin wat moeite mee had. De literatuurlessen werden echt leuk gemaakt door het tonen van allerlei filmpjes en luisterfragmenten.
Tot slot wil ik nog even terugkomen op een opdracht uit de vijfde klas, ‘de leesgroep’. Dit vond ik erg leuk om te doen; ik en mijn groepje hebben allemaal hetzelfde boek gelezen en daarna hebben we ook echt afgesproken om het met elkaar over het boek te hebben. We hadden het boek allemaal weer iets anders geïnterpreteerd en het was leuk om naar elkaars ideeën te luisteren. Ik hoop dat deze opdracht ook de volgende jaren in stand wordt gehouden.

zondag 12 januari 2014


Leesverslag bij stromingsboek 1950-1980: “Het stenen bruidsbed”, Harry Mulisch

Algemene informatie

a.       Standaardtitelbeschrijving:

Auteur, titel:                                     Harry Mulisch, “Het stenen bruidsbed”

Plaats van uitgave:                       Amsterdam

Jaar van uitgave:                           1989

Jaar van eerste uitgave:              1959

Aantal pagina’s:                             219

b.      Genre:

Psychologische roman, omdat de gevoelens en gedachten van Corinth duidelijk centraal staan.

c.       Een korte samenvatting van het boek:

Het verhaal draait rond de Amerikaanse Norman Corinth. Hij wordt 13 jaar nadat hij, als oorlogspiloot in de Tweede Wereldoorlog de stad Dresden bombardeerde,  uitgenodigd op een tandartscongres in deze stad. Tijdens dit bombardement werd zijn eigen vliegtuig beschoten en hierbij raakte hij zwaargewond. Er werd wat plastische chirurgie toegepast op zijn gezicht, dat zwaar toegetakeld was, maar de schade is nog steeds zichtbaar.
Hij heeft het niet alleen lichamelijk zwaar te verduren gehad maar ook mentaal. Zo loopt het huwelijk met zijn vrouw op niets uit. Het is dan ook een meevaller dat hij afgehaald wordt door Hella Viebahn, een soort van hostess/gids die het congres begeleidt en ook nog eens gescheiden blijkt te zijn.
Corinth gaat de stad wat verkennen en volgt een rondleiding. Zo komt hij op een heuvel terecht van waarop hij het beschadigde Dresden kan bekijken. Schade waar hij medeverantwoordelijk voor is. Hij voelt zich dan ook heel zwak.
Na enige terughoudendheid blijkt dat Hella niet alleen maar ‘gids’ wil zijn voor Corinth, wat hem natuurlijk goed uitkomt. Hij belandt met haar in bed maar heeft daarna geen aandacht meer voor haar en zet zijn zinnen op een andere vrouw.
Corinth maakt kennis met een West-Duitser genaamd Schneiderhahn die net zoals hij genoeg heeft van de speeches op het congres, daarom gaan ze samen op stap in Dresden. Ze ontdekken meer van de stad en van elkaars verleden. Zo komt hij van Schneiderhahn te weten dat hij in concentratiekampen gewerkt heeft. Tenminste: dat denkt Corinth. Later blijkt dit niet te kloppen en komt hij er dus achter dat Schneiderhahn gelogen heeft. Hij wordt kwaad en rijdt midden in de nacht naar hem toe en slaat hem in elkaar. Schneiderhahn denkt dat Corinth hem slaat omdat hij iets te maken had met de concentratiekampen, maar het is net andersom: omdat hij niets te maken had met de kampen is Corinth woest. Uiteindelijk vlucht hij bij Schneiderhahn met z’n auto en steekt deze nadien in brand. Zo vernietigd hij Dresden op een andere manier. Zijn verleden is hem duidelijk geworden.


Door het verhaal heen zijn er enkele ‘gezangen’ die vertellen over het gebombardeerde Dresden (flashbacks van Corinth). Deze gezangen spoken precies door zijn hoofd.

 

Specifieke opdracht: verwerkingsvragen

a.       Ik denk dat “Het stenen bruidsbed” behoort tot de symbolistische literatuur. Hieronder de knemerken van het symbolisme: 

1.       Symbolisten beschouwen het gedicht of het verhaal als een instrument om in contact te komen met de schoonheid van de hogere werkelijkheid door het gebruik van symbolen.

2.       Het gaat de symbolisten niet om het uitdrukken van de emoties van de schrijver, maar om het verhaal en de taal. De functie van de lezer is cruciaal.

3.       De innerlijke, irrationele ervaringen worden belangrijk, met de nadruk op droombeelden en de dood.

b.      Hieronder de toelichting van de kenmerken, door middel van voorbeelden, situaties, fragmenten of citaten uit “Het stenen bruidsbed”.

Kenmerk 1: In de roman zitten heel veel symbolen, en ik denk dat Mulisch met deze symbolen zeker “in contact probeerde te komen” met een hogere werkelijkheid, namelijk met de Griekse Oudheid. Het viel me namelijk op dat het verhaal is opgebouwd als een Griekse tragedie (er zitten ook 3 gezangen in die geïnspireerd zijn door de Griekse dichter Homerus). Hiermee kom ik ook gelijk op het eerste symbool: Mulisch zet de Tweede Wereldoorlog synchroon met de Trojaanse oorlog. Hij vergelijkt Helena van Troje als het ware een beetje met Hella Viebahn: Helena staat symbool voor de verwoesting van Troje, Hella is met terugwerkende kracht de oorzaak van de verwoesting van Dresden. Als Corinth met Hella naar bed gaat, lijkt het alsof hij de stad Dresden twee keer wil verwoesten. Dit komt naar voren in de gewelddadige manier waarop Corinth de liefde bedrijft met Hella:                 “ ‘Ludwig,’ hijgde hij onverstaanbaar. ‘Wat moet het niet voor jou betekenen,’ fluisterde zij en spreidde haar benen. ‘Je zit helemaal vol littekens. Lieveling, soldaat…’ ‘Alles, alles,’ steunde hij. ‘Hoe heet het in het Engels?’ ‘Fuck, fuck, fuck…’ ‘Ficken. Bijna hetzelfde…’ Snikkend, roepend gleden zij in elkaar.”  (blz. 109)

Verder is verstening een belangrijk symbool in de roman. “Het stenen bruidsbed” slaat namelijk op het feit dat Corinth met Hella naar bed lijkt en dat het voelt als de eerste keer de liefde bedrijven , maar dat hij haar daarna al gauw links laat liggen – het bruidsbed versteent. “ ‘Ah, charmant,’ zei zij toen zij het ook voelde en sloeg haar armen om hem heen. ‘Zul je oppassen?’ ‘Ja,’ zei hij en kon zelfs dat niet meer zeggen. O, god, dacht hij, o, god, het is mogelijk, en liet zijn handen over haar lichaam glijden, - iedere keer is de eerste.” (blz. 108)

Kenmerk 2: Volgens mij vindt Harry Mulisch mooi en verfijnd taalgebruik inderdaad erg belangrijk. In het begin is de roman daardoor (en ook door de vele symbolen) vrij lastig te begrijpen, maar na een tijdje ben je als lezer aan zijn taalgebruik gewend geraakt. Vooral de lange vergelijkingen met andere oorlogen en andere steden zijn soms lastig, omdat je die echt goed moet lezen, wil je de overeenkomst snappen. “Die hadden een bedoeling, en aanwijsbare gevolgen – zoals het massacre van Carthago, en Hiroshima; die mikten boven zichzelf uit, zoals de slag om Troje niet om Troje ging, maar om Helena. Dresden niet.”                 (blz. 129)

Kenmerk 3: Tot slot vind ik dat deze roman bij het symbolisme hoort, omdat Corinth in het verhaal heel veel te maken krijgt met droombeelden en de dood. Hij ziet steeds flashbacks (dit zijn de gezangen in het boek), waar hij doodongelukkig van is, en eigenlijk komt hij door Schneiderhahn en Hella in contact met zijn eigen noodlot. Aan het einde wordt Corinth ook een beetje krankzinnig door alles wat hij heeft meegemaakt: “ ‘Daar is hij…’ riep Schneiderhahn schor in de hoorn, liet hem vallen en sprong verend over het bed naar de andere kant van de tafel toen Corinth op hem af kwam. ‘Help!’ schreeuwde hij halfgek van angst in de richting van de bungelende hoorn toen Corinth hem lachend om de tafel joeg. En bij de tweede keer: ‘Hij is krankzinnig geworden!’ En bij de derde keer, met overslaande stem: ‘Politie! Frau Viebahn!’ Toen lag hij achterover tegen de gordijnen en de rechterkant van zijn gezicht was gevoelloos geworden van de verschrikkelijke klap, die Corinth hem gegeven had.” (blz. 215)

c.        “Het stenen bruidsbed” is zeker een exponent van het symbolisme. Alle kenmerken van de literaire stroming die ik heb genoteerd, zijn in het boek terug te vinden. Vooral die symboliek met betrekking tot de Griekse tragedie van Troje vond ik erg knap bedacht.  In het begin had ik wat moeite om alle symboliek te begrijpen, maar hoe verder ik kwam met lezen, hoe mooier ik het boek vond.

Bronnen


2.       http://educatie-en-school.infonu.nl/samenvattingen/52503-het-stenen-bruidsbed.html (onder andere gebruikt voor de samenvatting)




dinsdag 7 januari 2014


Leesverslag algemeen (modern boek), 07-01-'14

1. Algemene informatie

a.       Standaardtitelbeschrijving:

                                I.            Connie Palmen, “De wetten”

                              II.            Den Bosch, 2005, eerste uitgave in 1991

                            III.            229 pagina’s

b.      Het genre:

“De wetten” is een zogenaamde ‘Bildungsroman’, omdat er in de roman beschreven wordt hoe de hoofdpersonage zich ontwikkelt tot een schrijfster (“De wetten” is dus ook een ontwikkelingsroman te noemen).  

c.       Een korte samenvatting van het boek:

Hieronder een iets aangepaste samenvatting van het boek van: http://www.boekverslag.nl/Verslag/De+Wetten/

 

Samenvatting

Het verhaal gaat over de studente Maria, die in zeven jaar tijd met zeven verschillende mannen omgaat om bij hen over het leven te leren. Ze hoopt bij hen de antwoorden op haar vragen te vinden. Ze heeft altijd gedacht dat de wetten en regels van het leven door mannen bedacht zijn. Ze wil hier nu meer over weten. Ze komt tot de conclusie dat deze mannen wel veel van de wereld weten, maar weinig over zichzelf. Met deze kennis van de wereld proberen ook zij alleen maar het hoofd boven water te houden. Dit realiseren zij zich niet.

Als eerste ontmoet zij in 1980 de astroloog Miel van Eysden. Hij vertelt haar dat alles over het leven al in de sterren geschreven staat: alles is al van tevoren bepaald. Hij analyseert haar karakter en deelt haar mede dat twee belangrijke dingen in haar leven bepalend voor haar zijn: haar niet te stuiten kennisdrift (hartstocht van de geest) en het schrijverschap.De twee elementen spelen in de hele roman een grote rol.

De volgende op haar pad is de epilepticus, Daniël Daalmeyer. Ze ontmoeten elkaar bij een samenwerkingsproject van literatuurwetenschappers en filosofen in 1981. Ze houden zich bezig met verschillende soorten teksten. Maria denkt vooral na over de vraag in hoeverre een ziekte bepalend kan zijn voor je verder leven.

In de winter van 1982 maakt ze kennis met de filosoof Guido de Waeterlinck. Deze is helemaal gek op Hegel , een oud filosoof . Deze Guido is niet met de tijd meegegaan. Hij heeft dan ook niets op met de moderne filosofen. En dat terwijl Maria op dat moment helemaal idolaat van Foucault is. Ze wil net zo leren schrijven als hij. Ze leert van hem dat taal en wetenschap een grote invloed op het doen en laten van iemand heeft. Guido en Maria hebben een tegengestelde visie met betrekking tot filosofie: hij is erin geïnteresseerd hoe je moet sterven terwijl Maria juist wil weten hoe je leert te leven

Ze arriveert in 1983 bij de priester, Clemens Brandt genaamd. Hij is een ex-geestelijke en een uitmuntend filosoof. Hij ziet er erg lelijk uit. Clemens wordt verliefd op Maria. Ze worden niet intiem met elkaar. Ze filosoferen samen over de vraag wat een gewone en wat een literaire tekst is. Clemens laat haar kennismaken met de filosoof Derrida.

Na het overlijden van Miel van Eysden leert ze op zijn begrafenis de fysicus Hugo Morland kennen. Voor het eerst in haar leven speelt lichamelijke liefde een rol. Ze zijn 3 dagen in elkaar verloren. Daarna gaat hij weer terug naar zijn gezin in Parijs. Ze leert van hem de betrekkelijkheid van de natuurwetten in te zien. Ze is zeer van zijn levenshouding gecharmeerd. Hij kan namelijk geen autoriteit verdragen. Hij probeert dan ook bestaande natuurwetten omver te werpen.

Als laatste ontmoet ze de kunstenaar Lucas Asbeek, in 1985. Ze beschouwt hem als haar grote liefde en blijft het langst bij hem. Lucas is in zijn werk vastgelopen hij durft niets meer te produceren. Hij is bang voor het oordeel van andere mensen over zijn werk. Daarom maakt hij alleen kunstwerken voor zichzelf. Dit vindt Maria onzin: kunst is niet alleen voor jezelf, maar moet je delen. Hun relatie gaat uiteindelijk voorbij.

Nu kan Maria gaan schrijven. Hierbij komt de zevende man in beeld: de psychiater. Maria schrijft hem in 1986 vier keer een brief. Ze beschrijft hierin haar zoektocht naar de wetten. Volgens haar kan ze alleen door te schrijven tot een zinvol bestaan komen. Ze komt tot de conclusie dat ze uiteindelijk nog steeds niet weet in wiens wetten ze kan geloven.

2. Verwachtingen

Hoe ben ik op het idee gekomen dit boek te gaan lezen?
Omdat ik nog een modern boek (van na 1980) wilde lezen voor mijn literatuurlijst, ben ik op
www.lezenvoordelijst.nl op zoek gegaan naar leuke boeken van niveau 5. Op de een of andere manier kwam ik op dit boek uit. Ik heb mijn moeder er toen naar gevraagd en zij vertelde mij dat de boeken van Connie Palmen vlot lezen, dit gegeven gaf voor mij de doorslag om dit boek te gaan lezen.

Wat waren mijn verwachtingen?
De titel van de roman “De wetten” leek me erg mysterieus, dus ik verwachtte dat de roman spannend en vol raadsels zou zitten. Ook de tekst op de achterkant van het boek wekte spanning op: “Marie leert, zeven jaar lang, ieder jaar een andere man kennen. Een astroloog, een epilepticus, een priester, een filosoof, een fysicus, een kunstenaar en een psychiater… De man zijn onderling heel verschillend, maar Marie ziet de overeenkomst: zij kunnen haar vragen beantwoorden.” Kortom, mijn verwachtingen van dit boek waren best hooggespannen, ik hoopte echt dat ik meegesleurd zou worden in een spannend verhaal.

3. Motieven en thema

Er zijn veel verschillende motieven aan te wijzen in het verhaal. Een aantal motieven op een rijtje:

-          De eigenaardigheid dat alle mannen Marie iets willen laten eten. De priester neemt haar bijvoorbeeld mee uit eten en met de epilepticus gaat ze pizza eten op zijn studeerkamer. In het begin wordt dat nog aangeduid als 'die onverbrekelijke band tussen eten en lezen, eten en mannen, eten en liefde'. Maar later verzet de ik-figuur zich tegen de kunstenaar, die haar groenten en vlees opdringt, en dan staat er: 'Ze gaven me altijd te eten, de mannen.'

-          Filosofie is een belangrijk motief, dat kom je telkens weer opnieuw tegen. Met de filosofie probeert Marie ook veel verschijnselen te verklaren.

-          Er is steeds maar weer sprake van vallen en opstaan. Marie ontdekt bij iedere man weer dat ze er nog niet is, dat ze nog niet weet wat ze wil weten.

Qua thema’s vond ik eigenlijk dat er twee thema’s duidelijk uit het verhaal naar voren kwamen, het schrijven en de liefde. Schrijven allereerst omdat de levensinstelling die ermee gepaard gaat en het besluit schrijver te worden van beroep, erg belangrijk is in de roman. Maar ook de liefde speelt een grote rol. Via zeven mannen komt de hoofdpersoon meer te weten over de liefde en vooral over haar eigen kunnen en onmacht hieromtrent. Wat mij opviel, is dat deze twee thema’s als het ware met elkaar worden verbonden door één overkoepelende gedachte: het geven van betekenis aan het leven. Deze gedachte sprak me erg aan.  

4. Beoordeling

a.       Beoordeling van de schrijfstijl:

In een artikel dat ik over Connie Palmen heb gelezen, wordt ze beschreven als “iemand die diepgang zoekt”. Deze eigenschap kwam ik heel duidelijk in het boek tegen. De hoofdpersonage is namelijk ook niet iemand die genoegen neemt met een oppervlakkig verhaaltje, ze is heel intelligent en wil precies weten hoe bepaalde zaken in elkaar steken. Een toepasselijk citaat hierbij staat in het zevende hoofdstuk : “Zolang ik mij kan herinneren wil ik het worden. Eigenlijk beginnen mijn herinneringen pas bij het moment waarop ik de eerste woorden kon lezen. Wat er daarvoor gebeurde ben ik vergeten, radicaal. Ik leerde lezen, ik leerde me te herinneren in woorden en ik wou vanaf dat moment iemand worden bij wie de woorden vandaan komen. Alles wat ik daarna gedaan heb heeft te maken met dit verlangen. Ik wou het inlossen en eraan ontkomen tegelijk, heel vreemd. Ik heb zeven jaar doorgeleerd en mij alleen bezig gehouden met die vraag: waarom. Waarom wil ik het worden? Wat is dat, schrijven, literatuur? Waar is ze goed voor?” (blz. 220).

Verder vond ik dat er veel ironie in het verhaal verstopt zat, dit is kenmerkend voor de schrijfstijl van het verhaal. “Het leven was een stuk simpeler toen ik nog in God geloofde. Als u het zo wilt, geloof ik nog steeds in God, maar Hij is niet meer wat Hij geweest is.” (blz. 220).

b.      Beoordeling van de inhoud:

Tijd: Het verhaal speelt zich af rond 1980-1990. De roman beslaat ongeveer 6 zes jaar, van het moment dat Marie Deniet nog midden in haar studie zit tot het moment dat ze afstudeert.

Vertelperspectief: Er is sprake van een verteller vanuit de ik-persoon: Marie Deniet vertelt over haar ontmoetingen met zeven verschillende mannen en waar die ontmoetingen tot leiden: verandert de manier waarop zij in het leven staat door de ontmoeting?  

5. Eindoordeel

 
 
 

 

Ik vond “De wetten” een eigenaardig, maar mooi boek. De opbouw van de roman vind ik sterk: er zijn zeven hoofdstukken en in ieder hoofdstuk komt een andere man aan bod. Ieder jaar komt Marie een andere man tegen waar ze een bijzondere ontmoeting mee heeft. Verder vind ik het leuk dat er veel ironie in het verhaal verborgen zit; ondanks dat het verhaal heel serieus lijkt met al die filosofische onderwerpen, beschrijft Connie Palmen sommige stukken op een grappige manier: “Ik kan moeilijk tegen hem zeggen dat de wereld op een elegante manier voor mij klopt, omdat het vandaag een zondag is en hij een priester en zij bij elkaar horen, dat ik, nu ik hier eenmaal beland ben, geen andere dag had kunnen bedenken om hem te ontmoeten.” (blz. 110).  Een minpunt voor mij was dat er weinig spanning in het verhaal zat. Ik had tijdens het lezen niet zozeer de neiging om door te lezen. Na de inhoudsopgave is de structuur van het verhaal al bekend, dit is aan de ene kant heel sterk, maar aan de andere kant haalt het een hoop spanning bij mij als lezer weg. Als citaat bij dit argument neem ik een stukje uit hoofdstuk 7, omdat ik dit een saai en lastig hoofdstuk vond: “Ik kom me toch verschrikkelijk artificieel voor, alsof ik mijzelf heb verzonnen en van een fictioneel karakter heb voorzien. En op een dag zal er iemand komen en iets van mij eisen, iets van mijzelf. Dan zal aan het licht komen dat ik daar niets van in huis heb, van mezelf.” (blz. 217).
Kortom: ondanks dat mijn verwachtingen niet zijn uitgekomen (er zat weinig spanning in het verhaal), vond ik “De wetten” wel een mooi boek, door de duidelijke opbouw en de verborgen ironie.

6. Bronnen





·         De informatie over Connie Palmen en over “De wetten” die achterin het boek was weergegeven (blz. 230 tm 239)